Naar Berlijn, de muur valt opnieuw
Hans en ik besluiten enkele weken geleden dat we samen naar Berlijn gaan, ruim 20 jaar nadat we daar afzonderlijk voor het laatst geweest zijn. Vlak na de val van de Muur. Terwijl we beiden ook daarvoor Berlijn hebben bezocht. We zijn benieuwd hoe we ons nu daar voelen. We realiseren ons dan nog niet dat we nu opnieuw een kanttekening in de geschiedenis vormen want 13 augustus blijkt het 50 jaar geleden te zijn dat de muur wordt gebouwd. We zien nu de vlag dan halfstok hangen en kijken 2 avonden lang naar documentaires op de Duitse tv over dit kleine deel van de geschiedenis van de menselijke waanzin.
11 augustus: de dag staat in het teken van de autorit Eindhoven-Berlijn. We vertrekken rond 9 uur 's ochtends en komen 's middags om 5 uur aan, na nog 3 kwartier in de file in Berlijn te hebben gestaan. De Navigon, het navigatiesysteem op de iPad, doet z'n werk uitstekend maar laat ons in Berlijn een rare route rijden. Dat gaan we anders doen bij de terugtocht.
Kunnen we meteen een mythe ontkrachtigen? De mythe van de Deutsche Autobahn. Dat je na de grensovergang onbeperkt hard kan en mag rijden. Niet waar. Van de 650 km die Eindhoven scheidt van de Duitse hoofdstad, is hooguit 50 km zonder snelheidsbeperking. En dat is niet 1 stuk, maar brokjes van 8 of 9 km. De rest is gewoon 120, 100 of - heel vaak - 80 km want het barst van de wegwerkzaamheden. Dat was me vorig jaar richting Denemarken ook opgevallen. En als je ruim 6 uur effectief moet rijden om ruim 600 km af te leggen, kan een kind uitrekenen dat 100 km per uur echt niet zo snel is. Waarvan akte.
Naar Berlijn, de muur valt opnieuw
Weer thuis
Donderdagochtend, half 12: inmiddels al weer ruim een half etmaal thuis, gisteravond om 6 uur aangekomen na een reis van 25 uur. Wat smaakte de bruine boterham met kaas vanochtend goed!
We waren dinsdagavond ver in ons hoofdgerecht toen de schuifdeur openging en... Rients binnenstapte. Hij was wat verlaat doordat hij nog de zomertijd op zijn horloge had en zich iets later
realiseerde dat wij al naar restaurant Morita-ya waren gewandeld. Voor iedereen die ooit Kyoto
bezoekt en heerlijk wil eten: een aanrader. Traditioneel ingericht, en je eten wordt door een dame in kimono aan je lage tafel bereidt. Niet goedkoop maar met waarschijnlijk het beste rundvlees in
town. In elk geval nog nooit zulke lekkere sukiyaki genuttigd. Het was geweldig om Rients daar te ontmoeten. In dat restaurant hielp het bovendien dat zijn Japans behoorlijk goed is want we moesten
deze keer zeer met handen en voeten duidelijk maken wat we wilden. We vroegen elkaar het hemd van het lijf en met de nodige thee erbij was het enorm gezellig. Na afloop ging de rest van het
reisgezelschap naar bed en doken Rients en ik nog even een cafe in voor een glas bier. Daarna was het tijd om de koffers in te pakken. Vier uur later ging de wekker en was het supervroeg uit de
veren om met een taxibusje naar het vliegveld vervoerd te worden.
Achtervolgd door de nacht maar voortdurend in het licht vlogen we naar Nederland terug. Het entertainmentsysteem van KLM is goed benut waardoor de reis voor mijn gevoel zelfs korter duurde,
alhoewel 12 uur in een vliegtuig natuurlijk toch niet niets is.
Als je dan op het treinstation staat, al devastgeplakte kauwgom op het perron ziet en merkt hoe 1 van de treinreizen spoorloos uitvalt, realiseer je je dat de verschillen in beide culturen in
duizend zaken te bemerken zijn.
Ik vond Kyoto geweldig en wil zeker nog eens voor een iets langere tijd terug maar wonen wil ik er niet. Het is goed om aan den lijve te ervaren hoe zen en andere vormen van boeddhisme daar vorm
heeft gekregen in gebouwen, handelingen en gedrag. Ik voelde me op mijn gemak in de tempels en tuinen en heb veel inspiratie opgedaan voor het verder vormgeven van zen in Nederland.
Het Nederlandse licht, de wolkenluchten, de (pinda)kaas en je realiseren dat je in de dagelijkse omgangsvormen geen fouten maakt als je gewoon aardig en beleefd bent, zijn verademingen nu. Het
besef dat hier de mensen en dieren zijn van wie jij houdt en die van jou houden, en dat alles altijd al voorhanden is en was, vervult me met een diepe dankbaarheid.
De wortels van zen zijn nog steviger in me gegrond dan ooit tevoren. Gassho!
Kyoto dag 7: Duizendeneen Kannons en de geur van wierook
Vandaag de laatste volle dag in Kyoto. En de eerste dag dat mijn lichaam geheel aan dit dagritme is gewend(...). Deze ochtend de laatste twee boeddhistische tempels van het programma. Eerst
Sanjusangen-do, een Tendai complex dat voornamelijk bestaat uit 1 hal met letterlijk duizend en een beelden van Kannon.
1000 verschillende van ongeveer menshoogte, en eentje die behoorlijk aan de maat is. Allemaal met een iets ander gezicht en uitdrukking. Ze staan in rijen van 9 opgesteld aan weerszijden van de
grootste. En die grote....een oud Japans dametje zat geknield aan de kant van het looppad en ik ging er naast zitten. Geflankeerd door Kannons en zelf Kannons zijnde, zaten we daar en verstreek
langzaam de tijd. Van alle beelden van Boeddha's en Bodhisattva's die ik de afgelopen week gezien heb, kwam deze recht binnen. Terwijl deze voor mijn smaak toch nogal overdadig was, ging er een
mededogen vanuit waar ik hevig door ontroerd raakte. Foto's maken mocht niet en de tempelwinkel verkocht geen losse ansichtkaarten of posters, helaas, dus de lezers van dit blog moeten het doen met
het plaatje op de site die hier gelinkt staat.
Ook Frits, een van mijn reisgenoten die net zo enthousiast over Israel en Jeruzalem is als ik over Kyoto, voelde de compassie die als het ware in het hout getrokken is. Heel, heel, heel bijzonder.
Van de weeromstuit heb ik in de directe omgeving van de hal maar een paar foto's van bloeiende bomen geschoten om weer iets daarvan uit te drukken (zie sectie Flora en Fauna).
Vervolgens terug naar het stationsgebied voor een bezoek aan de Higashi Honganji tempel, een Jodo Shinshu (Zuiver Land boeddhisme) soort. Daar vielen we met de neus in de boter met een ceremonie, zelfs al was het een (volgens mij) gewone doordeweekse dienst voor de overledenen. Zoals wellicht bekend gebruiken Japanners het Shintoisme om bijv. huwelijken en andere feestelijkheden te vieren, en het Boeddhisme om te begraven en herdenken. In deze enorme hal kon je goed zien hoe levend deze Zuiver Land school hier nu is want de ruimte was goed gevuld met families die wachtten tot hun naam en dierbare was omgeroepen.
Daarna was het tijd voor een lunch die we nuttigden in een tentje die duidelijk diende als lunchcafe voor de noeste kantoorarbeiders in de buurt. Ze (allen mannen) kwamen binnen, bestelden hun noedelsoep die ze - gloeiend heet - naar binnen slurpten en om 10 minuten later weer te vertrekken. Wij werden na ongeveer 20 minuten naar buiten gekeken omdat de rij voor de deur inmiddels begon aan te groeien en we duidelijk plekken bezet hielden. Maar lekker! We konden het teken aan de deur niet goed onderscheiden maar hebben als naam 'Grote trek' gekozen, dat leek ons toepasselijk. Het schilderij dat ze op de wand en buiten als uithangsbord hadden, was het Laatste Avondmaal maar dan met vrolijke mannetjes die soep slurpten. Zie foto!
Tenslotte gingen we naar Shoyeido, de beroemde Japanse wierook fabrikant waar we een rondleiding kregen en flink stokjes insloegen. Angeline had aardig wat moeite moeten doen om een excursie daar te regelen. De excursie was een belevenis maar ook hier volgt het verhaal tijdens een teisho in de zendo. Vermeldenswaard is in elk geval dat de gids in redelijk goed Engels op het eind, horende dat we uit Nederland kwamen, wist te melden dat er 2 importeurs waren. En de ene was.....Zentrum/Zen.nl. Ik overhandigde hem daarop mijn visitekaartje van Zenmanagement (onze bedrijfsmatige tak) met het prachtige logo en zag zijn gezicht opklaren:'Rients!' Ja, toen kon ik niet meer stuk. Pfew, dat had ik eerder moeten weten. Enfin, ik weet nu dat ik gerust rechtstreeks een bestelling kan doen en dan een mooi pakje uit Kyoto zal krijgen
En dan is het nu tijd om de foto's te gaan uploaden, en me om te kleden voor ons laatste diner, met een beetje geluk in het gezelschap van mijn eigen zenmeester....
Kyoto dag 6: Het is niet wat het lijkt
Inmiddels hebben we alledrie de ontbijtzalen van dit op Britse leest geschoeide hotel mogen bekijken. Het ontbijt blijft identiek qua assortiment en staat voor ons uitgestald. Langzaam begin ik de
jong belegen kaas te missen.
Eerste stop op de route vandaag is de meest beroemde droge zentuin ter wereld, die van het Ryoanji complex, in het
Noordwesten van Kyoto. De bussen hadden net weer hun ladingen toeristen uit laten stappen, toen wij aan kwamen lopen. En dan kun je al inschatten hoe de veranda er uit gaat zien van waaruit je dit
wereldwonder kunt aanschouwen. Maar wat ik nooit zal vergeten, is de indringende geur - zeg maar gerust stank - die ons tegemoet kwam en over het hele complex bleek te hangen. Een geur die
onmiskenbaar deed denken aan een kattebak die te lang niet verschoond was. De brakke lucht is wel op meerdere plekken in Kyoto ruikbaar, vooral daar waar kleine stroompjes water zich ophouden, maar
hier was het in een dermate penetrante aanwezigheid dat ik al ter plekke had willen omdraaien. Maar je moet ze gezien hebben, die 15 stenen waarvan je er ten allen tijde slechts 14 tegelijk kunt
zien. Zegt men.
Enfin, daar hou ik het bij. Noem mij maar een ketter, een cultuurbarbaar en iemand die niet de tijd neemt om de mystieke kracht te ontdekken maar zoals een van ons opmerkte, zou het me niet
verbazen als Japanners onderling afgesproken hebben dat ze deze tuin openstellen voor alle toeristen, zodat die eens een karesansui kunnen zien en daarmee weg blijven van al die andere prachtige
zentuinen om de vele andere tempels die er zijn.
De bus zette ons even verder af bij de straat waar o.a. het Tenryu-ji complex aan grenst. Het klooster waar o.a. Rients
zijn training heeft ontvangen en alleen daarom al voor mij de moeite waard. Tenryu-ji stond niet echt op ons programma dus ik heb er vooral een foto van de rode Bodhidharma geschoten die je straks
bij de foto's kunt zien. Vlak daarvoor nuttigden we laag bij de grond, temidden van de 'lokals' ieder een kom heerlijke noedelsoep (in een van de tientallen varianten die er zijn, de een nog
smakelijker dan de ander).
Waar we eigenlijk voor kwamen, was het bamboebos van Arashiyama. Enorm indrukwekkend, deze ruisende reuzen van
meters hoog die *kloink kloink* doen als ze tegen elkaar aan wiegen. Een paar kilometer later sloegen we af voor een fikse wandeling naar Daikaku-ji. Het redelijk kleine tempelcomplex waarvan ik van tevoren had gelezen dat je daar de Hartsutra kon kalligraferen/kopieren. En ik had onze reisleidster gevraagd dat op
het programma te zetten. Bij het kaartjesloket snapte de baliemedewerkster aanvankelijk niet wat we bedoelden maar toen ik de woorden 'shodo' (schrijven) en 'sutra' uitte, viel bij haar collega het
kwartje en kregen we aanwijzingen in welk gebouw we dat konden doen. De medewerkster daar keek ons met argusogen aan toen we haar duidelijk maakten wat we wilden doen. Of we wel begrepen dat het
hier om een gewijde tekst ging? 'Hai!' Angeline zei nog in een prachtige Japanse volzin dat ik een zenleraar was, maar dat ging er bij de dame niet in. Ik? Een Westerse vrouw die een sensei was?
Dat kon niet waar zijn
Toen we even later allevier geconcentreerd de sutra zaten te kalligraferen, kwam ze kijken of wij wel serieus waren. Misschien hoorde ze me tegelijkertijd de Hartsutra zachtjes reciteren terwijl ik de karakters neerpende, maar dat heb ik verder niet meer bekeken. Na afloop wapperde ik het blad door het wierookbad en kregen we mooie enveloppen van Daikaku-ji aangeboden om ze in mee te nemen. Dat wordt thuis ingelijst.
Buiten gekomen bleek het te sneeuwen! Na een verwarmende 'koochie' daarom met de bus terug naar het hotel en 's avonds nog heerlijk 'unagi' (paling) gegeten.
Het is niet wat het lijkt: de sereniteit van een zentuin, lente in Kyoto, een zenleraar in de gedaante van een Nederlandse vrouw.
Nara dag 5: Veraf en dichtbij
'Ik ging naar Nara en kocht een penseel', dat zou een mooie beginregel van een verhaal kunnen zijn. Alleen kocht ik geen penseel maar een suiteki, een soort kannetje waar je water in doet om de
inkt mee aan te maken. Maar we kwamen natuurlijk niet naar deze oude hoofdstad van Japan voor de inkopen, alhoewel we allemaal zo'n beetje ten prooi zijn gevallen aan zowel nuttige, mooie, als
leuke spulletjes in de lange winkelstraat die de brug vormt tussen het station en het Nara-koen park. Op dit valse plat als wandeltraject arriveer je na een uur durende treinreis waarbij je grote
bamboebossen hebt bewonderd langs het traject. Aan het begin van het park staan de verkopers van de hertenkoekjes al klaar. Meer dan 1000 tamme, afgerichte herten staan met hongerige maagjes te
wachten tot hordes Japanners en enkele verdwaalde Westerlingen langs lopen om ze stukjes te geven. Je nadert elkaar, mens en hert, maakt allebei een buiging en de mens overhandigt het hert dan het
koekje. Zo gaat dit al generaties lang en zal dat ongetwijfeld nog lang gaan. Aan het eind van het pad gekomen, doemt eerst een enorme poort voor je op en als je die bent doorgegaan, links en
rechts geflankeerd door enorme reuzen van afschrikwekkende beschermers, kom je op een enorm terrein van het Todaji
tempelcomplex.. Een achthoekige bronzen lantaarn uit de 8ste eeuw van 4.62 m hoog vertoont wat muzikale voorstellingen en dan......stap je de hal binnen en sta je oog in oog met een bijna 15
meter hoge Boeddha. De Daibutsuden, die midden in het grootste houten gebouw/tempel ter wereld zetelt, geflankeerd door 2 bodhisattva's/verschijningsvormen van Kennin.
Ik keek en keek, en toen, zoals Angeline deze avond treffend verwoordde: 'was IK er niet meer'. Wat ook de reden mag zijn geweest van de bouwers van dit enorme beeld, alles van jou valt daarbinnen
weg. Voor sommigen een ongemakkelijke gewaarwording, voor mij heel weldadig. Alles en iedereen wordt bevrijd, en IS bevrijd.
Na zoveel Boeddha hoeft meer eigenlijk niet. Teruglopend maakten we nog even een uitstapje naar rechts om het Kofukuji terrein op te lopen. Kannon/Kennin/Kwanyin/Kanzeon was niet te zien (de luikjes waren gesloten) maar we zagen wel hoe pelgrims hun scroll resp. schrift lieten aftekenen en stempelen door een drietal kalligrafen. En raakten alle vier ontroerd door een grasveldje met daarop een mooi Jizo beeld met kindje dat regelmatig door voorbijgangers besprenkeld werd met water, omgeven door kleinere Jizo-beeldjes.
Door de enorme Daibutsuden kun je je veraf voelen van wat boeddhisme voorstelt, door zo'n Jizo-beeld weer dichtbij. Door de enorme grootte van het terrein van Todaji veraf en door een goed gesprek vanavond met de medereisgenoten heeeeel dichtbij. Boeddhisme is het allebei. Alles mag er zijn en het is zo goed.
Flora en fauna
Japan kent, net als Nederland, een gematigd zeeklimaat. Dat betekent in de praktijk dat we allebei de 4 jaargetijden goed van elkaar kunnen onderscheiden. In Kyoto zijn er daarom, net als in Eindhoven, klamme warme dagen in de zomer, koude dagen met sneeuw in de winter en daar tussendoor heel wat regen en andere wisselvalligheid.
Voor de periode eind maart-begin april betekent dit het aanbreken van de lente met veel bloesems, knoppen en ontluikend groen. Vogels beginnen met de eerste aanzetten tot het broedseizoen.
De uitdrukking 'Maart roert z'n staart' was ook nog aardig van toepassing bij deze reis omdat we zowel zon, regen als natte sneeuw hebben gehad in deze week.
Kyoto dag 4: Ontmoetingen
's Ochtends voor het eerst in mijn eentje door Kyoto, in de wetenschap dat niemand je kan/durft te helpen. Spannend maar na een klein half uur kwam ik op de goede plaats aan: voor de deur van het appartement van Jeff Shore. Hij liep net de deur uit om even een boodschap te doen bij het postkantoor. Gezellig keuvelend liepen we op en neer. Vervolgens kreeg ik een kopje 'koochie' in het koffiezaakje van zijn schoonouders en stapten we 10 voetstappen verder zijn 'hermitage' binnen: een standaard (= mini) Japans apartement, in no time in te richten tot zendo. In de minuten die volgden werd ons gezelschap uitgebreid tot een internationale mix van 9 personen afkomstig uit Noord-Ierland, 2x Nederland, Bolivia, Chili, Japan en 3x USA. Allemaal kwamen ze samen voor de wekelijkse zit van zaterdagochtend; 3x zazen van 40 minuten elk, tussen de tweede en derde zit afgewisseld met kinhin. In de laatste zit de mogelijkheid voor dokusan. Kreeg ik, komend uit het verre Oranda, in elk geval de kans 1 vraag te stellen.
Wat me vooral bij zal blijven, is de hartelijkheid van zen all over the world en de steenkoude zendo. Heel Japans. Dat ga ik dus niet importeren.
Ik spoedde me terug om de verhalen te horen van de andere 3 van ons gezelschap die dezelfde zaterdagochtend ook deels in zazen hadden doorgebracht maar dan in Shunko-in, een van de vele subtempels van Myoshin-ji. Geleid door een alleraardigste vice-abt, een jonge vent van net 30, getrouwd met een Amerikaanse die het buitenlanders makkelijk maakt om te beginnen met mediteren.
Lunch werd koffie met een gebakje c.q. sandwich in het Kyoto Art Center en daarna door voor een wandeling door de Keizerlijke Tuinen. Deze nodigden uit voor een aparte sectie die zal volgen over de flora en fauna in Kyoto. Maar toen! We stuitten op een rijtje Japanners die verwachtingsvol achter een koord stonden. Het aanspreken van een functionaris leerde ons dat binnen een half uur de keizer en keizerin van Japan langs zouden rijden! Dat was een buitenkans! In de nabijheid verkeren van een zenmeester EN een keizerin op 1 dag is iets wat zelfs een Japanner niet snel mee zou maken. Daar hadden we uiteindelijk 40 minuten staan wel voor over. We waren de enige buitenlanders in een haag van 200 Japanners. De foto's zullen het bewijs zijn.
Zelfs goede reisleiders weten dit niet te regelen dus helemaal moe en voldaan wandelden we naar het Handicraft Center waar de begerigheid toesloeg over al het uitgestelde moois aan koopwaar. Sumi-e spullen, ikebana benodigdheden, boeken, kimono's en nog veel meer goodies smeekten om aandacht. Maar ik hield me goed en kocht een prachtige zenkalender die ik zal hergebruiken tot een aantal mooie ingelijste kadootjes/schilderijtjes.
We waren het er over eens dat het een welgevulde ochtend en middag waren geweest en togen naar ons hotel voor een opfrissing. In een nabijgelegen Italiaans restaurant kreeg Kyoto een herkansing om te laten zien dat Italiaans ook molto bene kon zijn. Pasta en rode wijn verder werd het programma voor de komende dagen licht aangepast, gezien de weersvoorspellingen. Morgen daarom naar Nara, de oude hoofdstad!
En, o ja, ik kreeg van mijn reisgenoten nog een verjaardagscadeau: een prachtige Zudabukuro, oftewel schoudertas zoals de monniken ook gebruiken. Daar zal ik nog veel plezier van hebben! (zie foto!)
p.s. Dank voor al jullie reacties, ik lees ze graag!!